| De brutowinst is het verschil tussen verkoopprijs en inkoopprijs. De brutowinst is belangrijk wanneer je wilt bepalen of een
bedrijf een goed rendement heeft. Daarbij moet je de brutowinst zien in verhouding met andere gegevens van het bedrijf. Je
kunt de brutowinst in verhouding zien met de inkoopprijs en de verkoopprijs. Je kunt ook de brutowinst met de omzet vergelijken.
Verder kun je de brutowinst berekenen per vierkante meter bedrijfsoppervlakte en per arbeidskracht.
|
|
|
| Het kengetal voor de omzet |
|
Brutowinst als percentage van de inkoopprijs
|
|
|
Simone en Jan hebben een bloemenwinkel. Zij kunnen voor een lage prijs een grote partij sierbloempotten inkopen. De inkoopprijs
is € 5,80 per stuk. In haar winkel verkoopt Simone de potten voor €9,95 per stuk. De brutowinst per pot bedraagt € 4,15.
|
|
De brutowinst als percentage van de inkoopprijs is: |
|
€ 4,15 : € 5,80 x 100 = 71,6% |
| Brutowinst : inkoopprijs x 100%= brutowinst als percentage van de inkoopprijs |
Brutowinst als percentage van de verkoopprijs
|
|
|
De brutowinst als percentage van de verkoopprijs bereken je als volgt: |
|
€4,15 : € 9,95 x 100% = 41,7% |
|
De brutowinst als percentage van de inkoopprijs of van de verkoopprijs is een belangrijk kengetal. Je kunt gelijksoortige
ondernemingen op deze manier met elkaar vergelijken. Ook kun je je eigen bedrijfsresultaten in een bepaalde periode vergelijken
met die in een voorgaande periode.
|
| Brutowinst : verkoopprijs x 100%= brutowinst als percentage van de verkoopprijs |
Brutowinst als percentage van de omzet
|
|
|
De brutowinst kan worden verhoogd door of de inkoopprijs te verlagen of de verkoopprijs te verhogen. Maar dat kun jeniet zomaar
doen. Als Simone de bloempotten niet voor € 9,95 maar voor € 12,95 gaat verkopen, bestaat de kans dat de potten onverkocht
in de winkel blijven staan. Via brancheorganisaties kun je achterhalen hoe de brutowinst als percentage van de omzet is binnen
je bedrijfstak.
|
|
Simone had een brutowinst van € 189.000 en een omzet van € 537.000. De bloempotten hadden een brutowinstpercentage van 41,7%,
dit is dus hoger dan het gemiddelde van het bedrijf.
|
|
€ 189.000 : € 537.000 x 100% = 35,2% |
Bedrijfs- en winkelvloeroppervlakte
|
|
|
Simone en Jan kunnen de brutowinst berekenen per m² winkeloppervlakte. Als oppervlakte kunnen ze de totale bedrijfsvloeroppervlakte
nemen, maar ook alleen de winkelvloeroppervlakte. De bedrijfsvloeroppervlakte is de totale oppervlakte van de vloer aan bedrijfsruimte.
De vloeroppervlakte voor de verkoop is de oppervlakte die gebruikt wordt voor de verkoop. In de winkel van Simone en Jan bedraagt
de bedrijfsoppervlakte 185 m
² en de verkoopvloeroppervlakte 130 m
².
|
Brutowinst per m² bedrijfsvloeroppervlakte ( bvo) en verkoopvloeroppervlakte
|
|
|
De brutowinst per m
² bedrijfsvloeroppervlakte is makkelijk te berekenen.
|
|
€189.000 : 185 m
² = € 1.021,62
|
|
De brutowinst per m² verkoopvloeroppervlakte is dan: |
|
€189.000 : 130 m² = € 1.453,85 |
|
De brutowinst per m² speelt een rol bij het beantwoorden van de vraag of je een bepaald product wel of niet moet verkopen.
Stel je voor dat je een brutowinst van € 5.000 op woonaccessoires op een oppervlakte van 18 m² vergelijkt met een brutowinst
op het oude product, bloemenvazen, van € 4.000 op een oppervlak van 10m
².
|
|
De vergelijking van de brutowinst per m
² woonaccessoires en bloemenvazen:
|
| Woonaccessoires |
Bloemenvazen |
| € 5.000 : 18 = € 277,78 |
€ 4.000 : 10 = € 400 |
|
Om de ruimte optimaal te benutten zou je beter de bloemenvazen in je assortiment kunnen houden. |
Brutowinst per arbeidskracht
|
|
|
Simone werkt fulltime en Jan tweeënhalve dag per week in de winkel. Jan is een halve arbeidskracht. Jan heeft hiernaast een
taak in het huishouden. De brutowinst per arbeidskracht is dan:
|
|
€ 189.000 : 1,5 = € 126.000 |
|
Ook dit is een belangrijk kengetal om ondernemingen onderling met elkaar te kunnen vergelijken. Als je twijfelt over personeelsuitbreiding
kan het een goed idee zijn om te berekenen hoeveel je brutowinst per arbeidskracht is. Dit kun je dan vergelijken met andere
branchegenoten. Misschien blijkt dan wel dat jouw personeelsleden minder brutowinst opleveren dan in vergelijkbare ondernemingen.
Ze kunnen dan wellicht een verkooptraining gebruiken om meer te verkopen.
|
|
De inkoopprijs van klompen is €2,50 en de verkoopprijs is €10,-. Wat is het brutowinst percentage? |
|
|
Dit is het juiste antwoord. |
|
|
De brutowinst per arbeidskracht bereken je door: |
|
|
Brutowinst : Aantal arbeidskrachten |
|
|
|
Nettowinst : Aantal arbeidskrachten |
|
|
|
Aantal arbeidskrachten x Brutowinst |
|
|
|
Aantal arbeidskrachten x Nettowinst |
|
|
|
Dit is het juiste antwoord. |
|
|
